Het diafragma is de sleutel om de foto’s die je maakt naar een hoger niveau te tillen. Door de opening van je lens aan te passen heb je volledige controle over de belichting en de scherpte van je foto’s. Ontdek in dit artikel alles over het diafragma, maak vanaf nu alleen nog maar kleurrijke en scherpe foto’s en de alledaagse kiekjes ver achter je.

Wat is diafragma?
Het diafragma is de opening in het objectief (lens) van je camera en bepaalt hoeveel licht er op de censor valt. Het is één van de drie elementen van de belichtingsdriehoek die samen de totale belichting van een foto bepalen. Naast de belichting bepaalt het diafragma de scherptediepte van de foto.
Diafragma is variabel en wordt bepaald door lamellen die over elkaar heen schuiven. De grote wordt aangegeven met de letter f. Een laag f getal (f/2.0) betekent een grote opening, waardoor meer licht binnenkomt en dit resulteert in een kleine scherptediepte. Een hoog f getal (f/8.0) betekent een kleine opening wat minder licht toelaat en een grote scherptediepte geeft.

Diafragma tabel
In dit diafragma tabel heb je een overzicht van alle f-getallen die er zijn. Elke stap betekent een halvering van de hoeveelheid licht die door de lens valt. In fotografie termen is elke stap een verandering van 1 stop.
f/1.0, f/1.2, f/1.4, f/2.0, f/2.8, f/4.0, f/5.6, f/8.0, f/11, f/16, f/22
Diafragma en sluitertijd
Gemeenschappelijk: Een correct belichte foto is niet te donker, maar ook niet te licht. Dit wordt niet alleen door het diafragma bepaald. Er zijn 3 ingrediënten die samen de belichting bepalen. Dit zijn sluitertijd, diafragma en ISO. Samen vormen ze de belichtingsdriehoek.
Verschil: Naast de belichting bepaalt het diafragma de scherptediepte van een foto en de sluitertijd is verantwoordelijk voor de hoeveelheid bewegingsonscherpte die wordt vastgelegd.

Zodra je de drie begrippen sluitertijd, diafragma en iso onder de knie hebt heb je toegang tot eindeloos veel creatieve oplossingen en kan je altijd scherpe foto’s maken. Ontdek hoe je in één stap de volledige controle krijgt over de belichtingsdriehoek en krijg tijdens de fotografie cursus voor beginners de oplossing die professionele liever niet met beginnende fotografen delen.
Lichtomstandigheden
Om een goed belichte foto te kunnen maken ben je bij het instellen van je camera in veel gevallen overgeleverd aan de lichtomstandigheden die je voorgeschoteld krijgt. Buiten is dat de invloed van de zon. Dit kan sterk wisselen met het tijdstip van de dag, jaargetijde en de hoeveelheid bewolking. Bij veel licht is het eenvoudiger om een correcte belichting te krijgen dan bij weinig licht.
Diafragma bepaald scherptediepte
Het diafragma bepaald de scherptediepte van het beeld. Bij een klein f-getal (f/2.0) ontstaat er een kleine scherptediepte met een mooie onscherpe achtergrond. De kwaliteit van deze onscherpte wordt ook wel bokeh genoemd. Dit is een effect wat vooral bij portretfotografie gewenst is.

Primelenzen
Niet elk objectief heeft dezelfde openingen. De meest geavanceerde objectieven hebben een grotere opening zoals f/2.0 of f/1.4. Vaak zijn dit primelenzen met een vast brandpuntsafstand. Deze lenzen zijn voorzien van beter en groter glas waardoor ze een stuk duurder zijn. De bekendste primelenzen zijn 35mm, 50mm en 85mm. Het diafragma bereik kan je bij veel objectieven terugvinden op de voorkant van de lens.
Ster effect
Met de juiste diafragma instellingen en tegenlicht kan je een ster effect laten ontstaan. Hiervoor moet je in de richting van de lichtbron fotograferen en het onderwerp tussen de camera en de lichtbron plaatsen. Tegenlicht is vooral bij zonsopkomst en zonsondergang het sterkst. Zorg tijdens het fotograferen dat de lichtbron voor de helft bedekt is door het onderwerp. Daarnaast heb je een kleine diafragma opening nodig en fotografeer je het liefst met een kleine brandpuntafstand.

Diafragma instellen
Zodra je een foto gaat maken ga je in veel gevallen als eerste het diafragma instellen. Allereerst bepaal je namelijk hoeveel scherptediepte je op de foto wilt vastleggen. Bij portretfotografie heb je over het algemeen een kleine scherptediepte (f/2.0) en bij landschapsfotografie werk je met een grote scherptediepte (f/8.0). Na het instellen van het diafragma is de sluitertijd en tot slot de ISO aan de beurt. Op deze manier ontstaat een correct belichte foto.
Zodra je snel bewegende onderwerpen gaat fotograferen en je deze wilt bevriezen dan start je juist met het instellen van de sluitertijd. Hiermee bepaal je de hoeveelheid bewegingsonscherpte wordt vastgelegd. Zoals 1/1000s voor een rennende mensen en dieren. Nadat je de sluitertijd hebt aangepast is het tijd om het diafragma in te stellen.

Wat is het beste diafragma?
Wat precies het beste diafragma is om voldoende scherptediepte vast te kunnen leggen levert vaak veel discussie op. Het exacte getal is afhankelijk van het gewenste resultaat, de brandpuntafstand en de afstand tussen je camera en het onderwerp. Hierdoor kan het getal per situatie verschillen. Dit zijn de beste diafragma instellingen die je als uitgangspunt kunt gebruiken.
- Portretfotografie f/2.0
- Landschapsfotografie f/8.0
- Sportfotografie f/5.6
- Macrofotografie f/8.0
- Architectuurfotografie f/5.6
- Nachtfotografie f/5.6
Experimenteer en ontwikkel je vaardigheden en ontdek je persoonlijke stijl. Pak je camera en ga eropuit en speel met verschillende diafragma’s en ontdek de beste camera-instellingen. Veel plezier met fotograferen!